Taken

De spelers gemotiveerd houden op fysisch, technisch, tactisch vlak is belangrijk maar zeker het mentale aspect is de grootste uitdaging voor de jeugdtrainer. Het ganse seizoen door moet er niet alleen creatief gezocht worden naar een manier om de spelers steeds opnieuw te prikkelen door middel van gevarieerde probleemoplossende oefenvormen en uitdagingen. Ook een aangepaste coaching kan het vertrouwen van de spelers vergroten.

Enkele tips:

  • Leer iedere speler goed kennen (karakterieel) door hem goed te observeren voor, tijdens en na de wedstrijd of training.
  • Creëer verschillende manieren van aanpak, elk individu is anders door zijn/haar normen, waarden, verwachtingen MAAR behandel iedereen gelijk.
  • Wees altijd positief, opbouwend in coaching. Met andere woorden, help de speler wanneer hij iets verkeerd doet. (durf strenger te zijn indien nodig)
  • Houd de coaching zo beperkt mogelijk (geen overvloed aan informatie op hetzelfde moment). Laat je vooral horen wanneer iets echt goed of minder goed is.
  • Maak er een gewoonte van om regelmatig eens een speler apart aan te spreken/bij te sturen. Spreek zeker de spelers aan die een mindere periode doormaken.
  • Stel de Jeugdcoördinator en/of TVJO in kennis van eventuele problemen.

Aanpak attitude

  • Trainingsaanwezigheden (registratie !) :
    1. Spelers stimuleren om maximaal deel te nemen aan de trainingen.
    2. Indien spelers niet aanwezig kunnen zijn, dienen zij dit voorafgaand op een redelijk termijn ter kennis brengen aan zijn/haar trainer (teamtrainer, keepertrainer).
    3. Maximale aanwezigheid (2 op 2 / week) zorgt voor maximale speelminuten in de wedstrijd.
    4. Mindere aanwezigheid (1 op 2 / week) zorgt voor 50% van de speelminuten.
    5. Geen aanwezigheid (0 op 2 / week) = Geen wedstrijdselectie.
  • Te laat komen:
    1. Trainer inlichten en zich aanmelden bij de trainer op het moment van aankomst.
    2. Herhaaldelijk te laat komen op training kan aanleiding geven tot mindere speelminuten.
    3. Te laat komen op het afgesproken uur voorafgaand aan de wedstrijd geeft aanleiding tot het starten op bank.
  • Onaanvaardbaar gedrag:
    1. Storen van de training (geen interesse, niet luisteren, niet uitvoeren van de opdrachten, onaanvaardbaar storend gedrag in het algemeen, … ) geeft aanleiding tot een mondelinge verwittiging.
    2. Bij herhaling wordt een tweede mondelinge verwittiging gegeven.
    3. Bij herhaling wordt de speler 15 minuten van de training geweerd (dient plaats te nemen in de dug-out of ander aangewezen plaats onder toezicht).
    4. Indien voorgaanden geen soelaas brengen, kan dit aanleiding geven tot het definitief verlaten van de trainingssessie (toezicht tijdens de voorziene duur van de training wordt geboden –de ouders/voogd of andere aangestelde verantwoordelijke wordt gecontacteerd of aangesproken).
    5. Indien een speler een trainingssessie definitief dient te verlaten, wordt deze training aanzien als niet vervolledigd wat op zijn beurt invloed heeft op speelminuten tijdens de eerstvolgende wedstrijd zoals omschreven bij de trainingsaanwezigheden.
    6. Indien de speler herhaaldelijk wangedrag vertoont met uitsluiting van training, kan dit aanleiding geven tot een schorsing voor een bepaalde periode na bespreking met de Jeugdcoördinator, TVJO.
  • Opgelet:
    1. Geef de speler het voordeel van de twijfel als je niet 100% zeker bent.
    2. Wees als trainer een voorbeeld voor de groep. Doe dus zelf niet wat een speler ook niet mag.
    3. Bestraf nooit door het geven van een boete (geld).
    4. Vooraleer een speler geschorst wordt voor een wedstrijd, worden de ouders verwittigd of uitgenodigd voor een gesprek. Er wordt ook duidelijk aan de speler uitgelegd welk deel van z’n gedrag niet door de beugel kan.

Organisatie

  • Trainingen:
    1. Er wordt 2x per week getraind.
    2. Hij/zij is verantwoordelijk voor de opleiding van de spelers. Dit vereist een goede voorbereiding van de trainingen. Ga uit van de wedstrijd en de individuele kwaliteiten van je spelers, daarbij goed rekening houdend met de leeftijdskenmerken.
    3. Hij/zij alleen geeft de richtlijnen tijdens de trainingen.
    4. Zorgt na de training voor het (laten) terugplaatsen van het gebruikte materiaal en de verplaatsbare doelen.
    5. Zorgt, in samenspraak met de teambegeleider, voor het opkuisen van kleedkamer
    6. Moet op de club blijven tijdens de trainingen en in de kleedkamers tot de laatste speler uit de kleedkamer is.
    7. Spelers/ouders tijdig verwittigen bij afgelasting van een training.
  •  Wedstrijden:
    1. Hij/zij is verantwoordelijk voor de opstelling van zijn ploeg.
    2. Elke speler speelt 50 % van de wedstrijd.
    3. Elke speler wordt tijdens het seizoen op zo veel mogelijk verschillende posities opgesteld om zowel de aanvallende als de verdedigende aspecten aan te leren
    4. Hij/zij alleen geeft de richtlijnen tijdens de wedstrijden.
    5. Spelers/ouders tijdig verwittigen via de gekende weg voor hun deelname aan de volgende wedstrijd.
    6. Is samen met afgevaardigde verantwoordelijk voor het meenemen en terugbrengen van kledij op de afgesproken plaats na de wedstrijd.
    7. Is samen met afgevaardigde verantwoordelijk voor het terugplaatsen van de doelen op de afgesproken plaats na de wedstrijd (indien geen wedstrijd meer nadien op dit zelfde terrein).
    8. Is samen met de afgevaardigde verantwoordelijk voor het organiseren van vervoer naar wedstrijden op verplaatsing (afspraken maken met ouders in verband met plaats van vertrek, reisroute, ….).
    9. Samen met de afgevaardigde ervoor zorgen dat de spelers in het bezit zijn van hun identiteitskaart bij officiële wedstrijden (vanaf U15).
  • Tornooien:
    1. Spelers en ouders van uw team tijdig verwittigen van deelname aan een tornooi en polsen naar hun beschikbaarheid.
    2. Indien er onvoldoende beschikbaarheden zijn, een voltallige kern trachten te vormen met een aanvullende selectie van spelers uit een ander team binnen dezelfde leeftijdsgroep of getalenteerde spelers selecteren uit een lagere leeftijdsgroep.
  • Opvolging en evaluatie:
    1. Hij vertegenwoordigt zijn team bij de nevenactiviteiten en helpt waar nodig.
    2. Melden van eventuele problemen met spelers, ouders aan het Jeugdbestuur.
    3. De spelers worden tweemaal per jaar geëvalueerd door de teamtrainer(s) en daartoe uitgenodigd op een oudercontact. Deze evaluaties gebeuren elektronisch (PSD)
    4. Is aanwezig op de vergaderingen waartoe hij/zij is uitgenodigd.
    5. Spelers zijn verplicht om hun clubtraining te dragen bij wedstrijden of tornooien.
    6. Moedigt de spelers aan om de borstels te gebruiken om hun voetbalschoenen te reinigen voor ze de kleedkamer binnengaan.
    7. Laat de spelers geen vuilnis achterlaten op en rond het terrein.